
Ze zeggen dat belemmerende gedachten fluisteren.
Bij mij krijsen ze soms.
Het gebeurde op een gewone donderdagochtend in mei — mijn verjaardagsmaand. Een maand waarin ik mezelf en mijn community een cadeau gaf: mijn zelfzorgkalender van mei, helemaal gratis. En daarbovenop een challenge voor mij: élke dag een tip uit die kalender, live op camera, in een reel, in mijn Facebookgroep. Kwetsbaar. Zichtbaar. Elke dag opnieuw.
Ik had mezelf uitgedaagd als oefening in zelfleiderschap.
Maar mijn schaduwen kwamen mee naar het feest.
Tijdens een groepssessie met mijn mentorteam van het celgezondheidsproject waar ik aan meewerk — een project dat met zijn wetenschappelijke basis zoveel levens ten goede verandert, mens én dier — brak er iets.
Terwijl iemand anders aan het woord was, begon mijn lichaam oncontroleerbaar te trillen.
Mijn adem bleef steken in mijn keel. Mijn hoofd vulde zich met ruis. En de kaart die ik die ochtend trok?
Natuurlijk. "Belemmerende gedachten."
Mijn coach stuurde me later een bericht: “Gaat het wel met je? Ik zag je ineenkrimpen.”
En dat was precies wat er gebeurde. Mijn lijf zei: stop. Mijn hoofd: ren. Maar mijn ziel fluisterde: blijf.
Negatieve gedachten en ik? We hebben jarenlang een ongezonde relatie gehad.
Ze waren er altijd, als een sluipmoordenaar in mijn hoofd. Ik nam ze aan als de waarheid, zonder ze ooit in twijfel te trekken.
En nu, jaren later, zijn ze er nog. Zachter misschien. Maar ze zitten er.
Soms nog steeds als een storm in mijn borstkas.
En ik?
Ik heb geleerd om ze niet weg te duwen, maar aan te kijken. Te bevragen.
Mijn mentor – want ja, ook een coach heeft een coach – leerde me: gedachten zijn geen feiten.
Vraag ze uit. Ontmasker ze. En kijk of ze je dienen, of je klein houden. Soms schrijf ik ze op.
En dan vraag ik: zou ik dit ook zeggen tegen een vriendin?
Vaak is het antwoord: nee. Waarom dan wel tegen mezelf?
Wat me overeind hield deze maand, was mijn verlangen. Mijn vuur. Mijn missie.
En de stem van mijn vader. Niet letterlijk. Maar zijn kracht, zijn moed, zijn ogen in zijn laatste maanden.
Dat alles fluisterde tegen mij: “Ga door, meisje. Ver voorbij je angsten ligt het leven.”
Dus ik bleef posten.
Met een bang hart en tranen in mijn ogen. Niet van zwakte, maar van waarheid.
Omdat ik me ineens zó bewust werd van mijn groei — en mijn wonden.
Want zichtbaarheid heelt én scheurt open.
Tot die ene dag. Die dag waarop alles kantelde. Niet met donder of bliksem. Maar met hoeven. En bos.
Jade en ik — zij, mijn vriendin; haar paard, Jade mijn spiegel — gingen samen het bos in.
Voor het eerst in jaren zat ik weer in het zadel. Mijn benen gespannen, mijn adem hoog.
Angst had mijn passie jarenlang ingesnoerd. Maar nu zat ik daar. Trillend, ademend.
En zij — dat machtige dier van 600 kilo — liet zich leiden. Door mij.
De geur van paarden. Het ritme van hoeven. Het licht dat danste door de bladeren.
Mijn tranen kwamen zonder waarschuwing. Tranen van thuiskomen. Van loslaten.
Van: ik ben hier, en ik mag hier zijn.
Sindsdien trek ik elke ochtend een kaart. En "belemmerende gedachten"?
Die komt nog steeds. Maar nu kijk ik haar aan. En zeg: "Ik zie je. En ik kies tóch voor groei."
Ik ben gaan kleuren. Klinkt banaal? Misschien. Maar het brengt me naar stilte.
Naar rust. Naar mij. Mijn ademhaling zakt. Mijn gedachten worden zachter.
Mijn handen mogen bewegen zonder te presteren.
En ik ben meer gaan lachen. Met mezelf. Met anderen. Met vrouwen die ik leerde kennen omdat ik durfde te delen.
Mijn inner circle werd krachtiger, zachter, echter. We bouwen. We lachen. We vangen elkaar op. En dat lachen — dat werd heilig.
Ik ging op onderzoek naar die stem in mijn hoofd. En vond dit:
Volgens Acceptance and Commitment Therapy (Hayes et al., 2011) én onderzoek van Stanford University naar cognitieve defusie, leidt het bewust erkennen en observeren van negatieve gedachten — in plaats van je ermee te identificeren — tot minder stress, meer veerkracht en een beter emotioneel welzijn. Je wordt er letterlijk vrijer van.
Ik las het. En het resoneerde tot diep in mijn botten. Want dat is precies wat ik ervaar — elke dag opnieuw.
Wanneer ik mijn gedachten niet langer geloof, maar ze observeer zoals wolken aan de hemel.
In elke vezel van mijn lijf. In elke reel die ik durfde delen. In elke traan die ik toeliet, zacht over mijn wangen.
In elke stap tussen het knarsende bos. In elke kaart die ik 's ochtends trok en die me terugbracht naar mezelf.
Welke negatieve gedachte blijft bij jou hangen?
En wat zou jij zeggen tegen een vriend(in) die dit over zichzelf dacht?
Of beter nog: wat als je vandaag zegt: “Ik zie je… maar ik kies voor mijn eigen pad.”
Dat is niet zacht.
Dat is kracht.
Dat is leiderschap.
Dat is zelfzorg.
Dat is thuiskomen.
Bij jezelf.
👉 Download Gratis:
0 Comments